Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Sauls zoon had twee mannen, oversten van [4]benden; de naam des enen was [5]Baena, en de naam des anderen Rechab, zonen van Rimmon, den Beerothiet, van de kinderen van Benjamin; want ook Beeroth werd aan Benjamin [7]gerekend. 4. Van stropend en rovend krijgsvolk, gelijk boven, hfdst.3 vs.22. 5. Hebreeuws, Baanah. 6. Zie Joz.18:25. 7. Ofschoon de Benjaminieten na Sauls nederlaag [gelijk in het volgende verhaald worden] daaruit gevlucht waren, en de Filistijnen deze plaats [gelijk andere] mogen hebben ingenomen. Zie 1 Sam.31:7.